Conferentie betekenis afstamming van Abraham
Door: jan-Willem Nieboer
23 November 2015 | Israel, Jeruzalem
De laatste dag; Conferentie over de betekenis van de afstamming van Abraham
Jasn Willem Nieboer
Op de laatste dag staat een conferentie op het programma met drie sprekers die ieder een andere kant belichten van het thema: Afstamming van Abraham. Naast ons reisgezelschap is voor deze conferentie ook een groep uitgenodigd van het Zweeds Theologisch Instituut. Tot nu toe dacht ik dat onze groep behoorlijk divers was, met alle kleuren van onze Protestantse kerk. Maar deze groep slaat wat diversiteit betreft alles. Mensen uit o.a. Argentinië, Myanmar (Birma), Finland en Nigeria die samen de bonte ervaringen van een reis door Israël moeten verwerken. Van Gustav uit Argentinië hoor ik dat dit een hele kunst is.
In een klein zaaltje naast een paar olijvenbomen in de tuin van het Pontifical Biblical Institute luisteren we naar de drie sprekers:
1. De Palestijnse theoloog uit Bethlehem, dr. Munther Isaac.
2. De antropologe Faydra Shapiro, van joodse huize, opgegroeid in Canada en nog niet zo lang in Israël woonachtig.
3. De Rooms Katholieke theoloog dr. David Neuhaus die geboren is in een joodse familie in Zuid Afrika en nu als overtuigd Katholiek in Israël woont.
1. Munther Isaac hadden we al eerder horen spreken in het Bethlehem Bible College, waaraan hij verbonden is. Zijn proefschrift is onlangs in boekvorm verschenen met als titel: From land to lands, from Eden to the renewed Earth. Kern van zijn betoog is dat de landbelofte aan Abraham geüniversaliseerd is en voorwardelijk. Paulus merkt op dat in Galaten 3 dat als er in Genesis gesproken wordt over de nakomelingen van Abraham, hier in het Hebreeuws een enkelvoud gebruikt wordt, geen meervoud (zaad, niet nakomelingen). Paulus beweert dat Christus deze enkelvoudige, enige nakomeling van Abraham is. Een behoorlijk massief statement. Hierop doorredenerend, betoogt Isaac dat de beloften aan Abraham dus overgeërfd zijn door Christus. Dat betekent dat Christus ook het land erft (waar bij Paulus niet expliciet sprake van is). Met dat Christus het land erft, wordt het land uitgebreid tot de hele wereld, of zelfs de hele kosmos. Omdat met Christus de wet vervuld is en vanaf nu de belofte werkelijkheid geworden is dat: ‘Abrahams zaad een licht voor de wereld zal zijn’. Onder deze uitbreidingstheologie ligt het gevaar van vervangingstheologie op de loer. Munther Isaac is zich daar sterk van bewust. Hij wijst er daarbij fijntjes op dat iedereen vanuit zijn context theologiseert en dat de vervangingstheologie die na de holocaust met wortel en tak uitgeroeid moest worden in het proces van het opnieuw doordenken van de christelijke theologie, geen uitvinding van de Palestijnen is. De kracht van Isaacs theologie is, dat hij blijft door alles heen inclusief blijft denken. In Christus wordt Israël samengevat, maar krijgen ook de heidenen door de doop toegang tot de belofte aan Abraham. De kerk wordt dus gevormd door joden en heidenen. Omdat het volk uitgebreid werd, moest ook de belofte uitgebreid worden. De taak van de kerk is om nieuwe verbondsgemeenschappen op te zetten op locaties over de hele wereld. Het Nieuwe Testament is dus geen afwijzing van Israël maar een voortzetting ervan. Isaac wijst de twee wegen theologie af, waarin een aparte rol is weggelegd voor het volk van Israël, omdat het apart zetten van joden in onze theologie positief, noch negatief niet werkt. Na Christus is er geen sprake van privileges, noch van antisemitisme of racisme. Belangrijk bij Isaac is dat hij de landbelofte voorwaardelijk maakt, gebaseerd op de profetische stemmen uit het Oude Testament. Alleen een volk dat leeft volgens Gods geboden zal het land behouden. Dat geldt voor iedereen die door Christus erfgenaam geworden is van ‘het land’; dus voor zowel Palestijnen als joden, als christenen waar ook ter wereld. Alleen wie rechtvaardigheid nastreeft, is een erfgenaam van Abraham en zal wonen in Gods land.
2. Faydra Shapiro kondigt vooraf aan dat het enige joodse aan haar lezing is, dat na afloop zal blijken dat zij meer vragen dan antwoorden oproept. In haar verhaal onderzoekt ze of de termen Joods Christelijke beschaving (a) en de term Abrahamitische religies (b) werkbare termen zijn .
a. Het begrip joods-christelijke identiteit is ontwikkeld in Amerika, als reactie op het antisemitisme en Nazi-Duitsland. Het unieke aan Amerika zou zijn, dat haar beschaving rust op een fundering die joden includeert. Kritische tegenstemmen wezen erop dat democratie niet alleen kan wortelen in religieuze argumenten, maar zij werden overstemd door het verlangen naar gemeenschappelijke waarden. De term joods-christelijk heeft zichzelf bewezen in de oorlog tegen Hitler. In 1950 werd zij een wapen in de handen van rechts radicale Amerikanen: de communisten zouden de menselijkheid ondergraven, zoals die geworteld is in de joods-christelijke-identiteit. In 1980 werd de term opnieuw uit het stof gehaald door de christelijke Zionisten die er hun verbondenheid met Israël mee uitdrukten. Na 9/11 formuleerde de term een identiteit tegenover de Islam. Uiteindelijk verloor de term zijn bruikbaarheid door haar vaagheid: “Je kon leven in de joods christelijke identiteit en er voor sterven, zonder te weten wat het is.”
b. Als alternatief ontwikkelde zich de tweede term: Abrahamitische religies. Hieronder werden de grote drie monotheïtische godsdiensten verstaan: jodendom, christendom en islam. Men hoopte dat de figuur van Abaraham uit de pre-Mozaïsche tijd ons zou kunnen bevrijden van particularisme. Het probleem is echter dat de persoon van Abraham ook niet verbindt, omdat hij in – met name de traditie naast de schrift - in alle drie de religies heel anders beleefd wordt. Er is geen neutrale Abraham die we af kunnen pellen. Bovendien is het een minder inclusieve term dan je op het eerste gezicht zou denken. Alle Hindoestanen, Boedisten en niet-Abrahamitische gelovigen blijven immers buiten beeld. Daar komt bij dat Abraham niet bepaald een voorbeeldige vader of vredestichter was. Hij leverde twee zonen bijna over aan de dood, misbruikte een van zijn vrouwen, gebruikt geweld en verlaat zijn familie twee keer. Maar het grootste bezwaar tegen het gebruik van de term is volgens Shapira dat het verlangen naar een gezamenlijk idealistisch verleden ons vermogen vertroebelt om de realiteit onder ogen te zien.
Wat dat betreft is het volgens haar beter om de dialoog aan te gaan zonder vooropgezette ideeën die verbondenheid suggereren die er niet is.
3. Tot slot spreekt dr. David Neuhaus. Verbondenheid met Abraham is in zijn ogen verbondenheid met deze mens zoals hij met al zijn hoogte en dieptepunten geschilderd wordt in onze geschriften. Ook in zijn falen, wordt ons kind-zijn van Abraham weerspiegeld. Het is zaak om de verhalen van Abraham niet alleen te lezen, niet tegen elkaar te lezen, maar samen te lezen. Vervolgens geeft hij twee voorbeelden waarin hij de teksten van Abraham gezamenlijk gelezen heeft.
1. Samen met een moslim in de Koran. De Koran werpt voor David Neuhaus met name in de 125ste Soera een nieuw licht op de persoon van Abraham. Daarin wordt gesproken van Abraham als een vriend. Dit beeld kan onze spiritualiteit verdiepen. In het beeld van een vriend klinkt keuze en vrijheid mee en het kan bevrijdend werken tegenover onze beelden van Abraham als familielid.
2. Samen lezen met een Rabbi in de Thora. De Rabbi werpt een ander licht op het beeld van Abraham als de gehoorzame gelovige, door juist te wijzen op Abrahams ongehoorzaamheid. Abraham is op zijn sterkst als hij protesteert tegen God en in de onderhandeling over Sodom opkomt voor onbekenden. God viert dit protest van Abraham. Daarin toont hij zich een ware gelovige.
Deze ervaringen kunnen helpen om, zonder het eigen geloof te relativeren, meer nederig te worden in het denken: Ik heb de waarheid niet in pacht. De ander, die in een andere geloofstraditie staat, kan mij helpen om mijn blinde vlekken te ontdekken. Op dezelfde manier kan ik die ander dienen.
Volgens Neuhaus is net nu tijd om de interreligieuze dialoog die tot nu toe vooral gevoerd wordt tussen joden en christenen, de moslims in te brengen. Van dialoog naar trialoog. Daarbij zou het gezamenlijk lezen van elkaars teksten een heilzame en verbindende ervaring kunnen zijn.
Jasn Willem Nieboer
Op de laatste dag staat een conferentie op het programma met drie sprekers die ieder een andere kant belichten van het thema: Afstamming van Abraham. Naast ons reisgezelschap is voor deze conferentie ook een groep uitgenodigd van het Zweeds Theologisch Instituut. Tot nu toe dacht ik dat onze groep behoorlijk divers was, met alle kleuren van onze Protestantse kerk. Maar deze groep slaat wat diversiteit betreft alles. Mensen uit o.a. Argentinië, Myanmar (Birma), Finland en Nigeria die samen de bonte ervaringen van een reis door Israël moeten verwerken. Van Gustav uit Argentinië hoor ik dat dit een hele kunst is.
In een klein zaaltje naast een paar olijvenbomen in de tuin van het Pontifical Biblical Institute luisteren we naar de drie sprekers:
1. De Palestijnse theoloog uit Bethlehem, dr. Munther Isaac.
2. De antropologe Faydra Shapiro, van joodse huize, opgegroeid in Canada en nog niet zo lang in Israël woonachtig.
3. De Rooms Katholieke theoloog dr. David Neuhaus die geboren is in een joodse familie in Zuid Afrika en nu als overtuigd Katholiek in Israël woont.
1. Munther Isaac hadden we al eerder horen spreken in het Bethlehem Bible College, waaraan hij verbonden is. Zijn proefschrift is onlangs in boekvorm verschenen met als titel: From land to lands, from Eden to the renewed Earth. Kern van zijn betoog is dat de landbelofte aan Abraham geüniversaliseerd is en voorwardelijk. Paulus merkt op dat in Galaten 3 dat als er in Genesis gesproken wordt over de nakomelingen van Abraham, hier in het Hebreeuws een enkelvoud gebruikt wordt, geen meervoud (zaad, niet nakomelingen). Paulus beweert dat Christus deze enkelvoudige, enige nakomeling van Abraham is. Een behoorlijk massief statement. Hierop doorredenerend, betoogt Isaac dat de beloften aan Abraham dus overgeërfd zijn door Christus. Dat betekent dat Christus ook het land erft (waar bij Paulus niet expliciet sprake van is). Met dat Christus het land erft, wordt het land uitgebreid tot de hele wereld, of zelfs de hele kosmos. Omdat met Christus de wet vervuld is en vanaf nu de belofte werkelijkheid geworden is dat: ‘Abrahams zaad een licht voor de wereld zal zijn’. Onder deze uitbreidingstheologie ligt het gevaar van vervangingstheologie op de loer. Munther Isaac is zich daar sterk van bewust. Hij wijst er daarbij fijntjes op dat iedereen vanuit zijn context theologiseert en dat de vervangingstheologie die na de holocaust met wortel en tak uitgeroeid moest worden in het proces van het opnieuw doordenken van de christelijke theologie, geen uitvinding van de Palestijnen is. De kracht van Isaacs theologie is, dat hij blijft door alles heen inclusief blijft denken. In Christus wordt Israël samengevat, maar krijgen ook de heidenen door de doop toegang tot de belofte aan Abraham. De kerk wordt dus gevormd door joden en heidenen. Omdat het volk uitgebreid werd, moest ook de belofte uitgebreid worden. De taak van de kerk is om nieuwe verbondsgemeenschappen op te zetten op locaties over de hele wereld. Het Nieuwe Testament is dus geen afwijzing van Israël maar een voortzetting ervan. Isaac wijst de twee wegen theologie af, waarin een aparte rol is weggelegd voor het volk van Israël, omdat het apart zetten van joden in onze theologie positief, noch negatief niet werkt. Na Christus is er geen sprake van privileges, noch van antisemitisme of racisme. Belangrijk bij Isaac is dat hij de landbelofte voorwaardelijk maakt, gebaseerd op de profetische stemmen uit het Oude Testament. Alleen een volk dat leeft volgens Gods geboden zal het land behouden. Dat geldt voor iedereen die door Christus erfgenaam geworden is van ‘het land’; dus voor zowel Palestijnen als joden, als christenen waar ook ter wereld. Alleen wie rechtvaardigheid nastreeft, is een erfgenaam van Abraham en zal wonen in Gods land.
2. Faydra Shapiro kondigt vooraf aan dat het enige joodse aan haar lezing is, dat na afloop zal blijken dat zij meer vragen dan antwoorden oproept. In haar verhaal onderzoekt ze of de termen Joods Christelijke beschaving (a) en de term Abrahamitische religies (b) werkbare termen zijn .
a. Het begrip joods-christelijke identiteit is ontwikkeld in Amerika, als reactie op het antisemitisme en Nazi-Duitsland. Het unieke aan Amerika zou zijn, dat haar beschaving rust op een fundering die joden includeert. Kritische tegenstemmen wezen erop dat democratie niet alleen kan wortelen in religieuze argumenten, maar zij werden overstemd door het verlangen naar gemeenschappelijke waarden. De term joods-christelijk heeft zichzelf bewezen in de oorlog tegen Hitler. In 1950 werd zij een wapen in de handen van rechts radicale Amerikanen: de communisten zouden de menselijkheid ondergraven, zoals die geworteld is in de joods-christelijke-identiteit. In 1980 werd de term opnieuw uit het stof gehaald door de christelijke Zionisten die er hun verbondenheid met Israël mee uitdrukten. Na 9/11 formuleerde de term een identiteit tegenover de Islam. Uiteindelijk verloor de term zijn bruikbaarheid door haar vaagheid: “Je kon leven in de joods christelijke identiteit en er voor sterven, zonder te weten wat het is.”
b. Als alternatief ontwikkelde zich de tweede term: Abrahamitische religies. Hieronder werden de grote drie monotheïtische godsdiensten verstaan: jodendom, christendom en islam. Men hoopte dat de figuur van Abaraham uit de pre-Mozaïsche tijd ons zou kunnen bevrijden van particularisme. Het probleem is echter dat de persoon van Abraham ook niet verbindt, omdat hij in – met name de traditie naast de schrift - in alle drie de religies heel anders beleefd wordt. Er is geen neutrale Abraham die we af kunnen pellen. Bovendien is het een minder inclusieve term dan je op het eerste gezicht zou denken. Alle Hindoestanen, Boedisten en niet-Abrahamitische gelovigen blijven immers buiten beeld. Daar komt bij dat Abraham niet bepaald een voorbeeldige vader of vredestichter was. Hij leverde twee zonen bijna over aan de dood, misbruikte een van zijn vrouwen, gebruikt geweld en verlaat zijn familie twee keer. Maar het grootste bezwaar tegen het gebruik van de term is volgens Shapira dat het verlangen naar een gezamenlijk idealistisch verleden ons vermogen vertroebelt om de realiteit onder ogen te zien.
Wat dat betreft is het volgens haar beter om de dialoog aan te gaan zonder vooropgezette ideeën die verbondenheid suggereren die er niet is.
3. Tot slot spreekt dr. David Neuhaus. Verbondenheid met Abraham is in zijn ogen verbondenheid met deze mens zoals hij met al zijn hoogte en dieptepunten geschilderd wordt in onze geschriften. Ook in zijn falen, wordt ons kind-zijn van Abraham weerspiegeld. Het is zaak om de verhalen van Abraham niet alleen te lezen, niet tegen elkaar te lezen, maar samen te lezen. Vervolgens geeft hij twee voorbeelden waarin hij de teksten van Abraham gezamenlijk gelezen heeft.
1. Samen met een moslim in de Koran. De Koran werpt voor David Neuhaus met name in de 125ste Soera een nieuw licht op de persoon van Abraham. Daarin wordt gesproken van Abraham als een vriend. Dit beeld kan onze spiritualiteit verdiepen. In het beeld van een vriend klinkt keuze en vrijheid mee en het kan bevrijdend werken tegenover onze beelden van Abraham als familielid.
2. Samen lezen met een Rabbi in de Thora. De Rabbi werpt een ander licht op het beeld van Abraham als de gehoorzame gelovige, door juist te wijzen op Abrahams ongehoorzaamheid. Abraham is op zijn sterkst als hij protesteert tegen God en in de onderhandeling over Sodom opkomt voor onbekenden. God viert dit protest van Abraham. Daarin toont hij zich een ware gelovige.
Deze ervaringen kunnen helpen om, zonder het eigen geloof te relativeren, meer nederig te worden in het denken: Ik heb de waarheid niet in pacht. De ander, die in een andere geloofstraditie staat, kan mij helpen om mijn blinde vlekken te ontdekken. Op dezelfde manier kan ik die ander dienen.
Volgens Neuhaus is net nu tijd om de interreligieuze dialoog die tot nu toe vooral gevoerd wordt tussen joden en christenen, de moslims in te brengen. Van dialoog naar trialoog. Daarbij zou het gezamenlijk lezen van elkaars teksten een heilzame en verbindende ervaring kunnen zijn.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley